Vorig jaar schreef ik voor Zen.nl twee artikelen over zen, mediteren en de waarheid. Door een onlangs verschenen artikel over Oluwole, auteur van ‘Socrates en Orunmila, wat we van de Afrikaanse filosofie kunnen leren’ wordt mijn visie op de waarheid weer wat completer.
Definitie complementaire waarheid
Mijn eerste artikel ging over de grenzen van de waarheid in het algemeen en over Boeddha, de kerk en de wetenschap in relatie tot de waarheid. In deel twee ging het over waarheid en macht, de subjectieve en exclusieve waarheid en ik concludeerde dat eigenlijk alleen de complementaire waarheid echt aanspraak kan maken op het concept waarheid. Omdat het belangrijk is duidelijk te zijn heb ik er ook een definitie van gegeven. De complementaire waarheid is het meest veelzijdige beeld dat je van een aspect van de werkelijkheid kunt hebben door er van zoveel mogelijk verschillende kanten naar te hebben gekeken, in het besef dat je nooit alle facetten ervan zult kennen en dat elke andere oprechte visie bij kan dragen aan het beter leren kennen ervan.
De deskundige en de leek weten samen meer
Dus iedere subjectieve kijk op de werkelijkheid heeft een zekere geldigheid, maar iemand die dezelfde werkelijkheid van meer kanten ziet, kent de materie beter dan degene die deze minder goed heeft bestudeerd. Maar ook de visie van die laatste kan wezenlijk bijdragen aan het inzicht van de eerste. De mening van een deskundige zegt dus over het algemeen meer over de werkelijkheid dan de mening van een leek, maar dat is zeker niet in alle situaties het geval. Vaak vullen de meningen van leken die van de deskundigen aan en zo kunnen ze van elkaar leren. Ik meende de uitdrukking ‘complementaire waarheid’ niet eerder gelezen noch gehoord te hebben en heb er destijds op gegoogeld en vond geen hits. Vandaag, maandag 15 februari 2021 heb ik opnieuw gegoogeld op ‘complementaire waarheid’ en dan komt op mijn computer alleen mijn eerdere artikel boven. Ook in het Engels vond ik geen passende hits bij ‘complementary truth’.
Afrikaanse wijsheid
Hoewel de term complementaire waarheid en mijn definitie ervan nieuw lijken te zijn, spruit de gedachte erachter voor mij logisch voort uit het gedachtegoed van de zentraditie. En wat schetst nu mijn verbazing? In het Filosofie Magazine van deze maand wordt als inleiding op een artikel gesproken over complementaire denken. Het artikel gaat over Sophie Bosede Oluwole (1935-2018). Deze Afrikaanse professor aan de Universiteit van Lagos / Nigeria en moeder van acht kinderen promoveerde in 1984 in de filosofie en schrijft over complementair denken, wat heel dicht in de buurt komt en verwijst naar dezelfde opvattingen die ik een half jaar geleden complementaire waarheid ben gaan noemen. Het idee van het complementaire denken ligt helemaal in het verlengde van de complementaire waarheid. Dezelfde redenering, maar wel uit een hele andere bron, namelijk de wijsheid van Orunmila. Het artikel gaat over het boek van Oluwole dat ook in het Nederlands is verschenen, namelijk Socrates en Orunmila, wat we van de Afrikaanse filosofie kunnen leren (2017).
De complementaire waarheid en de dialoog
Wat Socrates is voor het Westen, Boeddha voor het Oosten, is Orunmila voor de Yoruba, een volk van tientallen miljoenen mensen in West-Afrika. Ze leefden alle drie in dezelfde tijd, zo’n 500 jaar voor het begin van onze jaartelling en ze hebben alle drie één belangrijke gemeenschappelijke waarde, namelijk die van het niet-weten en daarnaast een passende gemeenschappelijke oefening om tot inzicht te komen, namelijk de dialoog. Zelf ben ik tot mijn definitie van de complementaire waarheid gekomen door mijn ervaring met de dialoogtechniek. De dialoog in deze zin is niet een ‘gewoon gesprek’ of een normale ‘discussie’, maar een soort kringgesprek met enkele eenvoudige technieken en routines, waardoor iedereen steeds alle tijd krijgt om het woord te voeren. Door zo’n echte dialoog krijgt iedere deelnemer dus een completer beeld van de complementaire waarheid en daardoor is elke dialoog voor alle deelnemers steeds weer een eyeopener. Binnen Zen.nl geven we daarom ook zo graag en met succes dialoogtrainingen, want de dialoog is bij uitstek de gespreksvorm om je inzicht in de praktijk echt met anderen te delen. Het gaat bij een dialoog dus niet om elkaar te overtuigen, maar om elkaar voortdurend aan te vullen vanuit je eigen perspectief. De dialoog is de manifestatie van verlichting in een gesprek. Menigeen die voor het eerste deelneemt aan een dialoog, verzucht erna: dat je ook zó kunt praten met elkaar.
Ongelijkheid
Ook waren er ook wezenlijke verschillen tussen de drie wijzen. Boeddha en Orunmila waren beide non-duale denkers, iets wat Oluwole aanduidt als complementaire denkers. Dit wil zeggen dat beiden van mening waren dat tegenstellingen als goed en kwaad, waar en onwaar hoog en laag, niet van elkaar te onderscheiden zijn en daarom slechts twee zienswijzen zijn op éénzelfde werkelijkheid. Zoals het tegelijkertijd dag én nacht is, zo is alles ook tegelijk goed en kwaad, afhankelijk van hoe of van waaruit je er naar kijkt. Vanuit dit besef van eenheid waren Boeddha en Orunmila beiden voor maatschappelijke gelijkheid, in tegenstelling tot Socrates, die vond dat slaven niet dezelfde rechten moesten krijgen als vrije burgers. En waar Boeddha en Orunmila de complementaire waarheid zochten en vonden in de dialoog, geloofde Socrates volgens Plato in de absolute waarheid. Omdat Socrates vaak gezien wordt als de grondlegger van het Westers denken, kan hij beschouwd worden als de grondlegger van ons dualisme, dat op haar beurt weer de basis vormt voor ongelijkheid, uitbuiting en onderdrukking. Het Westerse denken kan dus wat leren van deze wijzen uit Afrika en Azië en dat lijkt ook steeds harder nodig, immers de ongelijkheid neemt mondiaal gezien immense proporties aan en met de uitbuiting van het milieu lijken we af te stormen op een al gaande catastrofe. Het wordt tijd voor het onderkennen van de complementaire waarheid om zo de onoverbrugbaar lijkende tegenstellingen in de politiek te overwinnen en de wereld leefbaar te houden.
Recente toepassingen
In Azië zou je Mahatma Gandhi en in Afrika Nelson Mandela kunnen zien als recente vertegenwoordigers van Boeddha en Orunmila. Zij bestreden ongelijkheid en stonden voor het respecteren van ieders stem, waardoor ze gezien kunnen worden als de voorvechters van wat tegenwoordig wel wordt genoemd deep democracy. Dit is een democratische besluitvorming gebaseerd op de dialoog, waarbij ook de stem van de minderheid heel serieus wordt genomen. Hierin worden verschillende meningen op respectvolle wijze naast elkaar gehouden en onderzocht. Het is besluitvorming met oprechte aandacht en waardering voor elkaars opvattingen, waarbij de complementaire waarheid boven tafel komt.