Geluk als betekenisgeving

Geluk is het vertrouwen in onszelf om iets te kunnen betekenen voor een ander, om iets bij te kunnen dragen. Als je iets kunt betekenen voor een ander, dan doe je ertoe. Dat geeft betekenis. Je voelt je verbonden. Dat is ook waar het in de dialoog om gaat. Door de dialoog leer je meer voor een ander te betekenen. Door de rituelen van de dialoog leer je de ander meer ruimte te geven, waardoor je zelf ook meer ruimte krijgt. Zo kom je samen tot meer contact en inzicht. Wijsheid wordt ontwikkeld door naar elkaars ervaringen en standpunten te luisteren, door van elkaar te leren. Je geluk wordt groter naarmate je meer vertrouwen hebt in je vermogen om iets voor een ander te kunnen betekenen. Dat is wat ons echt gelukkig maakt. Ervaring maakt ook hier de meester en zo kun je met het groeien van de jaren steeds gelukkiger worden. Overigens denk ik dat als je in staat bent om iemand te faciliteren in duurzaam geluk, dit jezelf in dat moment al gelukkiger maakt. Je hóéft niet eerste honderd mensen gelukkiger te maken om zelf gelukkig te zijn, maar wanneer je daartoe in staat bent, zul je met honderd nog gelukkiger zijn dan wanneer je tien mensen gelukkiger maakt. Uiteindelijk is geluk vooral het (zelf)vertrouwen dat je hebt in het proces om iets te kunnen betekenen voor anderen en je omgeving. Het kunnen voeren van een goede dialoog is daarom een cruciale vaardigheid voor een goed en geslaagd leven.

Karma
Bij de ontwikkeling van ons inzicht en bewustzijn is ons karma vaak een vertragende factor. Daarmee bedoel ik dat je verleden vaak sterk doorwerkt in je huidige manier van zijn. Wanneer je bijvoorbeeld verslaafd bent geraakt aan roken, kom je daar niet gemakkelijk vanaf, ook al weet je dat het een ongezonde gewoonte is. Het verleden houdt je gevangen in oud karma, oude gewoontes. Dit probleem speelt in veel aspecten van ons gedrag. We weten vaak best wel hoe het anders moet en beter kan. Zo weet iedereen dat het goed is om langzaam, duidelijk en helder te spreken. Dat weet ik al sinds mijn eerste dialoogtraining, nu ongeveer 25 jaar geleden. Sindsdien werk ik hier aan en nog steeds is het een uitdaging. Ik laat me soms door de omstandigheden nog verleiden om te snel te spreken. Als ik een grote groep toespreek, gaat het de laatste jaren altijd wel goed. Tijdens het geven van lezingen ben ik geconcentreerd en gefocust maar in individuele gesprekken valt zeker nog winst te behalen. Dat komt door mijn karma, de bubbels, waarvan de haastbubbel misschien wel de grootste is. De rituelen van de dialoog helpen enorm bij het onthaasten in gesprekken waardoor rust, ruimte en diepgang ontstaan.

Uit mijn jeugdtrauma’s heb ik de inspiratie gehaald om zoveel mogelijk mensen te willen helpen en te faciliteren in duurzaam geluk. Ik kon als kind van 11 mijn stervende broertje van 9 niet helpen en in die frustratie ontstond de inspiratie om de rest van de wereld te willen helpen. Het gevoelde onvermogen van toen heeft me gemaakt tot wie ik nu ben. De emotie die daar vooral de eerste 10 jaar mee gepaard ging, was een gevoel van stress, faalangst en urgentie. Door die twijfel raakte ik gehaast. En hoewel het gevoel van haast wel begrijpelijk is, werkt het averechts. Om zo’n uit frustratie geboren gewoonte weer los te laten is een hele klus, ook al lijkt het zo eenvoudig om niet te haasten en rustig te spreken. Daarom heb ik echt begrip voor iedereen die probeert los te komen van oude gewoontes, maar bij wie het maar niet wil lukken. Immers wat is er nou makkelijker dan iets langzamer spreken? Als dat al zo moeilijk is, dan begrijp ik dat anderen met hun vaste gewoontes en onverwerkte ervaringen mogelijk een nog grotere uitdaging hebben.

MIS NIKS.

MELD JE AAN VOOR ONZE NIEUWSBRIEF